Our Blog

Feedback geven is ook een vak

Hoe je met de juiste feedback betere spelers krijgt

Op YouTube (en onderaan deze blog) staat een veelbekeken filmpje waarin Marc Lammers, oud-bondscoach van de Nederlandse hockeydames, vertelt hoe hij zijn spits, Sylvia Karres, constant liet trainen op iets wat ze niet goed kon: haar backhand. Klinkt best logisch, want wat je nog niet goed kunt moet je natuurlijk oefenen. Maar doordat ze bewust trainde op iets wat ze niet goed kon, werd ze in de wedstrijd ook onbewust aangespeeld op haar slechte backhand, hoe vaak Marc Lammers ook riep: “Niet op die backhand.” Gevolg: de spits van Oranje maakte nauwelijks goals. Slecht resultaat. 

Het is een algemeen principe: onder druk worden we vaak negatief. In sportieve situaties, maar ook daarbuiten. We kijken vooral naar wat er niet goed gaat en hameren voortdurend op resultaten. Terwijl het juist beter gaat als je die spanning ombuigt naar iets positiefs. Maar hoe doe je dat? 

Feedback op wat goed gaat

Marc Lammers, destijds al jaren coach op het hoogste niveau, leerde dat feedback niet gefocust moet zijn op wat er niet goed gaat, maar op wat er wel goed gaat. Hij liet Karres in de training juist trainen op wat ze al goed deed, de tip-in. En door die bewuste training, werd ze in de wedstrijden ook onbewust aangespeeld op haar forehand. Oranje werd wereldkampioen en Karres topscoorder van het WK. De les die Lammers leerde: beschouw de goede dingen die jouw spelers doen niet als vanzelfsprekend, maar benoem die juist expliciet, train erop en complimenteer je spelers, eerlijk, concreet en gericht op de uitvoering van een specifieke taak. Zo krijgen spelers meer spelplezier en zelfvertrouwen en dat leidt tot betere prestaties. 

Maar feedback geven bestaat natuurlijk niet alleen uit complimenten geven. En natuurlijk moet je iets doen met dingen die niet goed gaan. Er komt dan een moment dat je als trainer wilt dat je speler leert om de beweging zo uit te voeren, dat het resultaat van die beweging (in de meeste gevallen) goed is. Simpel? Gewoon zeggen wat hij met z’n armen, benen, romp, schouders, handen en voeten moet doen, toch? Vaak is het niet zo eenvoudig.  

Leren op maat

Ten eerste is iedere speler anders. De ene speler ziet misschien graag iemand iets voordoen (imiterend leren), de ander hoort graag wat hij met zijn armen moet doen (expliciet leren) terwijl een derde helemaal niet bezig wil zijn met hoe hij de beweging precies uit moet voeren (impliciet leren). Ten tweede is het volleybalspel telkens anders. Is er dus daadwerkelijk maar één goede passtechniek? Of zijn verschillen in het uitvoeren van een techniek juist onvermijdelijk en wezenlijk? “Inmiddels zijn we er in de volleybalwereld wel over uit dat er niet maar één juiste techniek bestaat. En omdat ook iedere speler weer van de ander verschilt, zal je als trainer de feedback ook moeten aanpassen aan de specifieke speler met zijn/haar eigen kenmerken”, verduidelijkt Pim Scherpenzeel van Volleybalopleidingen. Bestaan er dan helemaal geen algemene wijsheden in de kunst van het geven van feedback? “Zeker wel! Vertel je spelers bijvoorbeeld altijd wat ze wel moeten doen om het beter te doen, en dus niet wat ze niet moeten doen. En heel belangrijk: blijf nog even bij dezelfde speler staan na het geven van de feedback, zodat je ook kunt zien of hij/zij er direct iets mee doet.”  

Er zijn dus veel verschillende theorieën over hoe je iets aanleert en hoe je precies feedback geeft. En die hoeveelheid theorieën zorgt voor minstens zoveel meningen. In onze VT2- en VT3-opleidingen komen veel van die theorieën en meningen aan bod en laten we jou nadenken over hoe jij deze theorieën kunt toepassen in jouw eigen spelersgroep. Benieuwd? Lees verder in de blogs van Volleybalopleidingen. Ook aan de slag met het geven van goede feedback aan jouw spelers? Neem contact met ons op.

Bekijk

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Learn more with our blog tips